Aandeel alleenwonenden onder de bevolking van 65 jaar en meer
Thema
- Bevolking
Subthema's
- Huishoudens
Eenheid
Geografische schaal
Bronnen
Definitie
De private huishoudens zijn alle huishoudens met uitzondering van de collectieve huishoudens. Deze laatsten worden gekenmerkt door een professionele organisatie van de huisvesting en door een bedrijfsmatige invulling van de dagelijkse levensbehoeften. Voorbeelden van collectieve huishoudens zijn religieuze gemeenschappen, rust- en verzorgingshuizen, weeshuizen, studenten- of arbeidershomes, gevangenissen, enz.
De private huishoudens kunnen onderverdeeld worden in verschillende huishoudtypes. Hiervoor hanteerden we de BETypo. Deze laatste deelt de private huishoudens op in de volgende 7 categorieën:
1) alleenwonenden,
2) gehuwden zonder kinderen,
3) gehuwden met kinderen,
4) ongehuwd samenwonenden zonder kinderen,
5) ongehuwd samenwonenden met kind(eren),
6) alleenstaande ouders
7) andere types huishoudens.
Op de wijkmonitoring maken we evenwel geen onderscheid tussen gehuwd en ongehuwd samenwonend, zoals de BETypo doet. Deze twee soorten werden gegroepeerd onder de gezamenlijke term "koppel". Voor de rest werd integraal de BETypo toegepast. Meer informatie over de BETypo kan teruggevonden worden in de methodologietekst van het thema bevolking op de website van het BISA http://bisa.brussels/bestanden/themas/methodo_bevolking.pdf
Zodra de typologische rangschikking heeft plaatsgevonden, is de opbouw van de indicator erg eenvoudig. Het volstaat het relatieve aandeel van elke categorie ten opzichte van de betrokken leeftijdscategorie te berekenen.
Als voorbeeld nemen we het aandeel van de
Als voorbeeld nemen we het aandeel van de alleenwonenden van 18-29 jaar:
Aantal alleenwonenden van 18-29 jaar
Totale bevolking van 18-29 jaar
Belang
Deze indicatoren m.b.t. de huishoudens worden berekend op basis van de positie van een persoon in het huishouden (alleenstaand, in koppel, ...) Het is nuttig om de positie in het huishouden in verband te brengen met de leeftijd en het geslacht van de betrokken personen. Een alleenstaande vrouw van 25 jaar belichaamt immers een totaal andere situatie dan een alleenstaande moeder van 35 jaar of een alleenstaande vrouw van 70 jaar. De indicatoren per leeftijdscategorie i.v.m. de huishoudens die in deze fiche aan bod komen, kunnen gebruikt worden voor een vergelijking in de tijd of een geografische vergelijking.
Met elk type huishouden gaan verschillende behoeften en verwachtingen gepaard. Het is dus vrij belangrijk om voor elke wijk de structuur te kunnen schetsen van de huishoudens die er wonen.
Er zijn zes indicatoren per leeftijdscategorie i.v.m. de huishoudens uitgekozen :
- Aandeel alleenwonenden onder de bevolking van 18-29 jaar
- Aandeel alleenwonenden onder de bevolking van 65 jaar en meer
- Aandeel vrouwen van 20-59 jaar in koppel met kinderen onder de totale vrouwelijke bevolking van 20-59 jaar
- Aandeel vrouwen van 20-49 jaar in koppel zonder kinderen onder de vrouwelijke bevolking van 20-49 jaar
- Aandeel vrouwen van 60 jaar en meer in koppel zonder kinderen onder de vrouwelijke bevolking van 60 jaar en meer
- Aandeel alleenstaande moeders van 20-49 jaar onder de vrouwelijke bevolking van 20-49 jaar
Opmerking
De cijfers houden enkel rekening met de bevolking de jure. Dit is de bevolking die wettelijk gedomicilieerd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met uitzondering van de kandidaat-vluchtelingen. Ze sluit dus een groot deel van de bevolking uit: kotstudenten of vreemdelingen die hier niet gedomicilieerd zijn, diplomaten, daklozen, mensen zonder papieren en asielzoekers.
Referentie: Methodologie van het thema Bevolking op de BISA-website
Beschikbaarheden
| Datum van de kaart |
|---|
| 2024 |
| 2023 |
| 2022 |
| 2021 |
| 2020 |
| 2019 |
| 2018 |
| 2017 |
| 2016 |
| 2015 |
| 2014 |
| 2013 |
| 2012 |
| 2011 |
| 2010 |
| 2009 |
| 2008 |
| 2007 |
| 2006 |
| 2005 |
| 2004 |
| 2003 |
| 2002 |
| 2001 |
Aandeel alleenwonenden onder de bevolking van 65 jaar en meer
Thema
- Bevolking
Subthema's
- Huishoudens
Gewestelijk gemiddelde / Gewestelijke mediaan (2024)
Eenheid
Inleiding
De indicator die hier gebruikt wordt, brengt het aantal alleenwonende 65-plussers in verband met de totale bevolking van die leeftijd.
De huishoudens van alleenwonende 65-plussers bestaan voor meer dan 70 % uit vrouwen. De verklaring voor dit onderscheid ligt hoofdzakelijk in de verschillende levensverwachting voor mannen en vrouwen. Het leeftijdsverschil tussen echtgenoten, waarbij de vrouw over het algemeen jonger is dan de man, versterkt dit fenomeen nog.
Beschrijving
II.1. In 2019
| Het aandeel alleenwonende 65-plussers op de bevolking van diezelfde leeftijdsgroep is het grootst in bepaalde wijken van de Vijfhoek en in het zuidoostelijke kwadrant van de eerste kroon. |
De structuur per leeftijdsgroep van de wijk wijzigt de indicator niet, aangezien het aantal alleenwonende 65-plussers in verband gebracht wordt met de totale bevolking van die leeftijdsgroep.
Het aandeel alleenwonenden binnen de groep 65-plussers is erg groot in de meeste wijken van de Vijfhoek en in het zuidoostelijke kwadrant van de eerste kroon (+ Universiteitswijk, Boondaal) (tegen de 50 % of meer in veel van deze wijken). Deze wijken zijn over het algemeen de wijken met een eerder klein aandeel 65-plussers (zie kaart Aandeel 65-plussers), waarvan velen dus alleenwonende zijn. In de Vijfhoek en in de zuidoostelijke kwadrant van de eerste kroon zijn de 65-plussers dus net zoals de rest van de bevolking van dit geografische gebied relatief vaker alleenwonende dan de bevolking van de andere wijken van het Gewest.
In bepaalde wijken van de tweede kroon (de tweede kroon is de zone waar het aandeel 65-plussers onder de bevolking relatief groot is) daarentegen zijn de 65-plussers vaker niet alleenwonende en leven ze relatief vaker in een van de andere huishoudsoorten. In de arme sikkel is het aandeel 65-plussers klein, maar de relatief weinige 65-plussers die zich hier bevinden, behoren ook eerder tot een van de andere huishoudsoorten.
II.2. Evolutie van 2001 tot 2019
Het aandeel alleenstaande 65-plussers in de bevolking van die leeftijdsgroep is tussen 2001 en 2016 ieder jaar afgenomen en zo gedaald van 43,23 % naar 39,73 %.
De ruimtelijke spreiding is bovendien ook gewijzigd. In 2001 was het aandeel alleenwonende 65-plussers onder het totaal van de 65-plussers immers ook relatief groot in het noorden van de arme sikkel en in bepaalde wijken in het noorden van de tweede kroon.
(zie kaart ‘Aandeel van de 65-plussers')
Opmerking
De cijfers houden enkel rekening met de bevolking de jure. Dit is de bevolking die wettelijk gedomicilieerd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met uitzondering van de kandidaat-vluchtelingen. Ze sluit dus een groot deel van de bevolking uit: kotstudenten of vreemdelingen die hier niet gedomicilieerd zijn, diplomaten, daklozen, mensen zonder papieren en asielzoekers.
Referentie: Methodologie van het thema Bevolking op de BISA-website
De definitie van de cursief gedrukte woorden vindt u in het glossarium van de website.