Gemiddelde afstand tot toegang tot de 4 basisgoederen
Thema
- Gebouwen en voorzieningen
- Gebouwen en voorzieningen
Subthema's
- Kenmerken van de bebouwing
- Handel
Eenheid
Geografische schaal
Bronnen
Definitie
(Som van de afstanden tussen elk adrespunt en het dichtstbijzijnde broodverkooppunt + Som van de afstanden tussen elk adrespunt en het dichtstbijzijnde vleesverkooppunt + Som van de afstanden tussen elk adrespunt en het dichtstbijzijnde levensmiddelenverkooppunt + Som van de afstanden tussen elk adrespunt en de dichtstbijzijnde apotheek) / (Aantal inwoners * 4) |
De woonplaats wordt voorgesteld door een punt dat zich bevindt op het postadres dat is opgenomen in het Rijksregister. Dit maakt het mogelijk om de toegankelijkheid tot winkels die een of meer basisgoederen verkopen te kwantificeren.
De verkooppunten worden op adresniveau geïdentificeerd aan de hand van een inventaris van de verkooppunten die jaarlijks door de terreinmedewerkers van hub.brussels wordt bijgewerkt. Het onderzoek op het terrein maakt het mogelijk om alle handelszaken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te inventariseren.
Basisgoederen kunnen worden gekocht in verschillende soorten handelszaken. Een brood kan bijvoorbeeld zowel in een bakkerij als in een supermarkt worden gekocht. Basisgoederen kunnen worden gekocht in een van de volgende soorten handelszaken:
Type handelszaak |
Brood |
Vlees |
Levensmiddelen |
Apotheek |
Kruidenier |
|
|
X |
|
Buurtwinkel |
X |
X |
X |
|
Supermarkt |
X |
X |
X |
|
Hypermarkt |
X |
X |
X |
|
Dieetvoeding |
|
|
X |
|
Delicatessen en artisanale producten |
|
|
X |
|
Kruidenierswinkel gespecialiseerd in buitenlandse producten |
|
|
X |
|
Bakkerij |
X |
|
|
|
Patissier |
X |
|
|
|
Slager – Charcuterie |
|
X |
|
|
Braderie |
|
X |
|
|
Groenten en fruit |
|
|
X |
|
Apotheek |
|
|
|
X |
Broodjeszaak |
X |
|
|
|
De indicator wordt berekend in drie hieronder beschreven stappen, op het niveau van de wijk of de gemeente.
- Voor elke inwoner wordt de hemelsbrede afstand berekend tussen de woonplaats, weergegeven door een punt, en de dichtstbijzijnde broodverkooppunt, ook weergegeven door een punt; deze werkwijze wordt herhaald voor de andere drie soorten basisgoederen.
- De som van de vier afstanden wordt per administratieve niveau (statistische sector, wijk of gemeente) berekend.
- Deze som wordt door het product van het aantal inwoners vermenigvuldigd met 4 gedeeld.
In sommige gevallen, als de dichtstbijzijnde winkel een zelfbedieningswinkel, supermarkt of hypermarkt is, zal de gemiddelde afstand rekening houden met drie keer de afstand tot deze winkel, plus de afstand tot de dichtstbijzijnde apotheek. Met andere woorden: het gaat om de gemiddelde afstand om de basisgoederen te verkrijgen, niet de afstand tot vier verschillende soorten handelszaken.
Belang
De indicator kwantificeert de toegankelijkheid van winkels die basisproducten verkopen vanaf de woonplaats. Uitgedrukt in afstand maakt de indicator een intuïtieve interpretatie mogelijk vanuit het perspectief van de potentiële consument.
Een hemelsbrede afstand tussen 250 m en 300 m komt overeen met een wandeltijd van ongeveer 10-15 minuten (zie Focus van het BISA nr 64), rekening houdend met de wandelsnelheid en de omleidingen in verband met het wegennet en gebouwen.
De voorgestelde indicator houdt rekening met de heterogene verdeling van woningen en winkels binnen de wijken en de gemeenten.
Opmerking
De toegankelijkheidsindicator heeft enkele methodologische beperkingen. Deze moeten in overweging worden genomen bij de analyse van de resultaten.
1. De afstand wordt berekend in vogelvlucht. Dit houdt geen rekening met het wegennetwerk, de configuratie van de woonblokken of stedelijke barrières die van invloed kunnen zijn op de effectieve of door de bevolking 'aangevoelde‘ afstand. Dit is te wijten aan het gebrek aan uitgebreide gegevens (inclusief kwaliteitsgegevens) over het fysiek toegankelijke netwerk voor voetgangers (en fietsers). Bovendien neemt de verhouding tussen de werkelijke afstand en de afstand in vogelvlucht toe in minder dichtbevolkte gebieden (Héran, 2009). Dit betekent dat de indicator waarschijnlijk de werkelijke afstanden nog meer onderschat in minder dichtbevolkte gebieden, bijvoorbeeld in de tweede kroon.
2. De commerciële inventarisatie is beperkt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In de buurt van de gewestgrens kan de berekende gemiddelde afstand af en toe worden overschat omdat de winkels in Vlaanderen niet worden meegenomen. Gezien de geografie van de winkels in de buurt van de gewestgrens, wordt de fout die wordt veroorzaakt door deze ontbrekende gegevens als gering en incidenteel beschouwd.
3. Rekening houdend met de woonplaats van de Brusselaars wordt de vraag die uitgaat van niet-ingezetenen (zoals pendelaars of toeristen) niet meegenomen in de berekening. Dus, de nabijheid van basisgoederen wordt niet gemeten bij werkplekken, leefgebieden of tijdelijke verblijfplaatsen (zonder domicilie).
4. De indicator houdt geen rekening met de aantrekkelijkheid van verkooppunten. De aantrekkelijkheid van een verkooppunt is afhankelijk van onder andere de kwaliteit, de hoeveelheid aanbod van het verkooppunt zelf, maar ook van andere nabijgelegen verkooppunten. Deze aantrekkelijkheid hangt af van monetaire factoren (zoals hoeveelheid of prijs) en niet-monetaire factoren (zoals de waargenomen kwaliteit van het aanbod, openingstijden…) en van de consument (wiens verwachtingen verschillen naar sociale, demografische of economische kenmerken). Deze complexiteit maakt het moeilijk om de aantrekkelijkheid van een winkel te begrijpen, wat een benadering rechtvaardigt op basis van de nabijheid van de dichtstbijzijnde winkel.
5. De indicator houdt ook geen rekening met de fysieke capaciteit, vaardigheden en variabele verplaatsingsbereidheid van mensen. Mensen hebben de neiging om bepaalde vormen van transport te prefereren of hebben er moeite mee om (lange) afstanden te voet (of per fiets) af te leggen. Hier spelen verschillende factoren een rol: een fysieke beperking, materiële middelen, de aanwezigheid van kinderen, eerdere socialisatie met mobiliteitspraktijken, geslacht, leeftijd enz.
6. De indicator houdt ook geen rekening met de kwaliteit van het transportaanbod: voetpaden, fietspaden, openbaar vervoer, bereikbaarheid met de auto.
7. Verder houdt de indicator geen rekening met markten die voor een deel kunnen voorzien in de basisbehoeften zoals brood, vlees en algemene voeding op plaatsen die soms slecht bereikbaar zijn. Dit gezegd zijnde, vullen markten slechts gedeeltelijk een tekort aan gezien hun beperkte openingstijden (meestal een halve dag per week).
(Bron: Focus van het BISA nr 64)
Beschikbaarheden
Datum van de kaart |
---|
2023 |
2022 |
Gemiddelde afstand tot toegang tot de 4 basisgoederen
Thema
- Gebouwen en voorzieningen
- Gebouwen en voorzieningen
Subthema's
- Kenmerken van de bebouwing
- Handel
Gewestelijk gemiddelde / Gewestelijke mediaan (2023)
Eenheid
Inleiding
De indicator geeft de gemiddelde afstand aan tot de dichtstbijzijnde handelszaken waar een van de vier basisproducten kan worden gekocht. De toegang van voetgangers tot handelszaken die deze vier basisgoederen leveren is een indicator voor een evenwichtige stadsontwikkeling (zie het concept van de 'tien-minuten-stad' in Brussel-Stad). Met uitzondering van farmaceutische producten kan hetzelfde product in verschillende soorten handelszaken worden gekocht. Men kan bijvoorbeeld zowel in een bakkerij als in een supermarkt brood kopen.
De indicator kwantificeert de kwaliteit van de commerciële bediening van de wijken of gemeenten, niet de kwaliteit van het commerciële aanbod in de wijken. Deze indicator biedt de volgende voordelen:
- Hij vertrekt vanuit het oogpunt van de consument.
- Hij houdt rekening houden met de ruimtelijke spreiding van de vraag, aangezien de indicator voor elk adres wordt berekend.
Beschrijving
II.1. In 2023
De gemiddelde afstand tot de vier basisgoederen neemt toe naarmate de afstand van het stadscentrum groter wordt. In de Vijfhoek en de eerste kroon is de gemiddelde afstand minder dan 150 m, dus ongeveer 5 minuten lopen heen en terug. Ook enkele meer afgelegen wijken worden zeer goed bediend, zoals Universiteitswijk, Helmet, Woeste of Anderlecht-Centrum-Wayez.
In de tweede kroon is de gemiddelde waargenomen afstand groter en bedraagt deze ongeveer 300 meter. Dat komt overeen met een verplaatsing heen en terug van ongeveer 10 - 15 minuten te voet. Het noordwestelijke deel van de tweede kroon heeft een betere commerciële bediening: de waargenomen afstanden bedragen over het algemeen minder dan 300 meter. Dat komt door de hogere dichtheid aan potentiële consumenten en de specifieke bouwstructuur (dichtheid en wegennet) en enkele historische handelskernen.
De afstand in de wijken aan de grens van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt trouwens overschat bij gebrek aan gegevens over het commerciële aanbod in Vlaanderen. Deze gegevens moeten behoedzaam worden geanalyseerd.
In het algemeen wordt de verdeling van de commerciële bediening bepaald door de verdeling van de potentiële vraag, die schematisch overeenkomt met de plaatselijke dichtheid aan consumenten. De commerciële bediening zal hoog zijn (gekwantificeerd door een lage gemiddelde reisafstand) in wijken met een groot aantal inwoners (woonwijken), bezoekers (toeristische wijken of voorzieningen), werknemers (kantoorwijken) of studenten (campussen). Al die doelgroepen zijn potentiële consumenten voor de gevestigde handelszaken. Omgekeerd zal de commerciële bediening minder goed zijn (gekwantificeerd door een grotere gemiddelde afstand) in wijken met één enkele functie en/of minder dicht bevolkte wijken. Het commerciële aanbod is daar beperkter: de potentiële consumenten leggen grotere afstanden af om de basisgoederen aan te kopen.
Opmerking
De toegankelijkheidsindicator heeft enkele methodologische beperkingen. Deze moeten in overweging worden genomen bij de analyse van de resultaten.
1. De afstand wordt berekend in vogelvlucht. Dit houdt geen rekening met het wegennetwerk, de configuratie van de woonblokken of stedelijke barrières die van invloed kunnen zijn op de effectieve of door de bevolking 'aangevoelde‘ afstand. Dit is te wijten aan het gebrek aan uitgebreide gegevens (inclusief kwaliteitsgegevens) over het fysiek toegankelijke netwerk voor voetgangers (en fietsers). Bovendien neemt de verhouding tussen de werkelijke afstand en de afstand in vogelvlucht toe in minder dichtbevolkte gebieden (Héran, 2009). Dit betekent dat de indicator waarschijnlijk de werkelijke afstanden nog meer onderschat in minder dichtbevolkte gebieden, bijvoorbeeld in de tweede kroon.
2. De commerciële inventarisatie is beperkt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In de buurt van de gewestgrens kan de berekende gemiddelde afstand af en toe worden overschat omdat de winkels in Vlaanderen niet worden meegenomen. Gezien de geografie van de winkels in de buurt van de gewestgrens, wordt de fout die wordt veroorzaakt door deze ontbrekende gegevens als gering en incidenteel beschouwd.
3. Rekening houdend met de woonplaats van de Brusselaars wordt de vraag die uitgaat van niet-ingezetenen (zoals pendelaars of toeristen) niet meegenomen in de berekening. Dus, de nabijheid van basisgoederen wordt niet gemeten bij werkplekken, leefgebieden of tijdelijke verblijfplaatsen (zonder domicilie).
4. De indicator houdt geen rekening met de aantrekkelijkheid van verkooppunten. De aantrekkelijkheid van een verkooppunt is afhankelijk van onder andere de kwaliteit, de hoeveelheid aanbod van het verkooppunt zelf, maar ook van andere nabijgelegen verkooppunten. Deze aantrekkelijkheid hangt af van monetaire factoren (zoals hoeveelheid of prijs) en niet-monetaire factoren (zoals de waargenomen kwaliteit van het aanbod, openingstijden…) en van de consument (wiens verwachtingen verschillen naar sociale, demografische of economische kenmerken). Deze complexiteit maakt het moeilijk om de aantrekkelijkheid van een winkel te begrijpen, wat een benadering rechtvaardigt op basis van de nabijheid van de dichtstbijzijnde winkel.
5. De indicator houdt ook geen rekening met de fysieke capaciteit, vaardigheden en variabele verplaatsingsbereidheid van mensen. Mensen hebben de neiging om bepaalde vormen van transport te prefereren of hebben er moeite mee om (lange) afstanden te voet (of per fiets) af te leggen. Hier spelen verschillende factoren een rol: een fysieke beperking, materiële middelen, de aanwezigheid van kinderen, eerdere socialisatie met mobiliteitspraktijken, geslacht, leeftijd enz.
6. De indicator houdt ook geen rekening met de kwaliteit van het transportaanbod: voetpaden, fietspaden, openbaar vervoer, bereikbaarheid met de auto.
7. Verder houdt de indicator geen rekening met markten die voor een deel kunnen voorzien in de basisbehoeften zoals brood, vlees en algemene voeding op plaatsen die soms slecht bereikbaar zijn. Dit gezegd zijnde, vullen markten slechts gedeeltelijk een tekort aan gezien hun beperkte openingstijden (meestal een halve dag per week).
(Bron: Focus van het BISA nr 64)
De definitie van de cursief gedrukte woorden vindt u in het glossarium van de website.