Bezetting van benedenverdiepingen door handelszaken
Thema
- Gebouwen en voorzieningen
- Gebouwen en voorzieningen
Subthema's
- Kenmerken van de bebouwing
- Handel
Eenheid
Geografische schaal
Definitie
Aantal actieve handelszaken
/
Aantal adrespunten
De actieve handelszaken worden geïdentificeerd aan de hand van de inventaris van de verkooppunten die jaarlijks door de terreinmedewerkers van hub.brussels wordt bijgewerkt. Het onderzoek op het terrein maakt het mogelijk om alle handelszaken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te inventariseren.
Een bedrijf wordt geacht 'actief' te zijn wanneer de geïnventariseerde handelsruimte wordt ingenomen door een activiteit die de verkoop van goederen of het verlenen van diensten van commerciële aard omvat. Dat sluit de lege cellen uit. Om het belang van de commerciële functie in het stedelijke landschap van de inwoners te analyseren, worden sommige commerciële activiteiten buiten beschouwing gelaten, zoals verblijfsaccomodatie en culturele en sportieve activiteiten.
Commerciële oppervlakten met een van de volgende activiteiten zijn uitgesloten:
23101 Hotel - 1 ster
23102 Hotel - 2 sterren
23103 Hotel - 3 sterren
23104 Hotel - 4 sterren
23105 Hotel - 5 sterren
23201 Bed & Breakfast
23202 Jeugdherberg
23203 Motel
32101 Algemeen museum
33101 Bioscoop
33103 Concertzaal
33104 Schouwburg
33106 Cabaret
33107 Multifunctionele zaal voor voorstellingen - Cultureel centrum
34102 Fitnessruimte - bodybuilding
34107 Zwembad
34201 Sauna
51101 Cel te huur
51102 Cel te koop
51103 Cel te koop of te huur
51201 Verlaten cel
51202 Leegstaande cel - Status onbekend
Het adrespunt is de grafische weergave van een of meer huisnummers, geplaatst binnen gebouwen of percelen in de Urbis-Adm-database. Deze adrespunten vormen een benadering van het aantal benedenverdiepingen.
Belang
De indicator weerspiegelt het relatieve belang van de commerciële functie in de wijken of gemeenten. Het gekwantificeerde belang komt overeen met de door de detailhandel ingenomen ruimte op de benedenverdieping van aan de straatkant gelegen gebouwen in de verschillende wijken. De indicator is hier een weerspiegeling van de commerciële functie in het stedelijk landschap.
In combinatie met de indicatoren voor de kantoren maakt deze indicator een kwantificering mogelijk van de niet-residentiële functies in de stedelijke landschappen van de Brusselse wijken en gemeenten.
Opmerking
Relevantie van de gebruikte analyseschaal: de concentratie van handelszaken (commerciële knooppunten genoemd) kan over verschillende wijken verdeeld zijn. Bijgevolg kan de indicator variëren naargelang van de verdeling van de wijken (het zogenaamde 'grenseffect').
Telling van de actieve handelszaken: het aantal actieve handelszaken is gebaseerd op een jaarlijkse analyse. De teller houdt geen rekening met het belang van elk van deze handelszaken (bijvoorbeeld de ingenomen oppervlakte of het economische 'gewicht' van de handelszaak).
Benadering van het aantal benedenverdiepingen: het aantal adrespunten is de benadering van het aantal benedenverdiepingen, gebaseerd op de beschikbare gegevensbronnen. Om twee redenen werd de voorkeur gegeven aan de adrespunten boven het aantal gebouwen. Enerzijds staan de gebouwen niet noodzakelijkerwijs aan de straatkant. Anderzijds hebben sommige grote gebouwen meerdere adrespunten, die overeenkomen met meerdere ingangen.
Combinatie van twee verschillende gegevensbronnen: door de combinatie van twee verschillende gegevensbronnen kan het percentage soms hoger zijn dan 100%. Aan één adres kunnen immers meerdere handelszaken gekoppeld zijn. Het belang van een winkelcentrum in een wijk verklaart deze specifieke gevallen (cf. de winkelgalerij van het Zuidstation). Daarom kwantificeert de indicator de perceptie van de inplanting van de commerciële functie in een buurt en is hij geen kwantificering van het commerciële aanbod als zodanig. Bijgevolg is de indicator relevant voor de vergelijking van de evolutie in de tijd of tussen wijken. Hij is minder relevant om commentaar te geven over een absolute waarde.
Beschikbaarheden
Datum van de kaart |
---|
2023 |
2022 |
Bezetting van benedenverdiepingen door handelszaken
Thema
- Gebouwen en voorzieningen
- Gebouwen en voorzieningen
Subthema's
- Kenmerken van de bebouwing
- Handel
Gewestelijk gemiddelde / Gewestelijke mediaan (2022)
Eenheid
Inleiding
Detailhandel is een economische activiteit waarbij goederen of diensten worden verkocht aan de eindverbruiker. Deze activiteit moet worden onderscheiden van de groothandel, die de detailhandel of bedrijven bevoorraadt. In zijn recentste jaarlijkse enquête (in 2023) telde hub.brussels 21.917 actieve handelszaken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze handelszaken zijn van uiteenlopende aard (bijvoorbeeld verkoop van goederen, commerciële diensten, horeca, verkoop of diensten in verband met voertuigen enz.), maar hebben doorgaans de volgende kenmerken:
- Ze zijn toegankelijk voor het publiek.
- Ze hebben een etalage op de begane grond.
Beide kenmerken dragen bij tot de levendigheid van de straten. Daarom is de indicator een verhouding tussen het aantal afzonderlijke commerciële vestigingen en het aantal benedenverdiepingen. Hiermee wordt de impact van de commerciële functie op het stedelijke landschap (de straten) gekwantificeerd. De indicator kwantificeert bovendien de relatieve bijdrage van de handel aan de mix van functies in de Brusselse wijken.
Beschrijving
II.1. In 2023
In het algemeen vertoont de geografie van de indicator een gradiënt tussen het centrum en de periferie: het belang van de handel in het stedelijke landschap neemt geleidelijk af van het centrum naar de periferie. Soms is de commerciële functie echter belangrijker in bepaalde wijken van de perifere kronen, door de aanwezigheid van winkelkernen van voormalige dorpskernen, winkelcentra of winkelparken ...
De geografie van het aandeel aan commerciële benedenverdiepingen weerspiegelt vrij goed de spreiding van de handelszaken in het Brusselse Gewest, waar ze gemiddeld 10% van de adressen uitmaken. De indeling in wijken vermindert de waargenomen contrasten, aangezien de handel gegroepeerd is rond commerciële centra (een straat, een plein of een winkelcentrum). De schaal en de indeling van de commerciële centra komen niet noodzakelijk overeen met de schaal en de indeling van de wijken.
Het uitgebreide stadscentrum, bestaande uit delen van de Vijfhoek (Martelaars, Dansaert, Stalingrad, Marollen, Zavel) en de onmiddellijk aangrenzende wijken (Matonge, Kastelein, Kuregem Bara), heeft de hoogste waarden. Het aandeel bedraagt in die gebieden meer dan 20%, ondanks het feit dat er straten zonder handelszaken zijn. De invloed van de commerciële centra in deze wijken is supralokaal of zelfs supraregionaal. Zo wordt meer dan één op de twee benedenverdiepingen (53%) in de wijk Grote Markt ingenomen door handelszaken. Hieruit blijkt de intensiteit van de vraag van bezoekers, werkenden en inwoners.
Het zeer hoge percentage in de wijk Zuidstation (193% en dus meer winkeladressen vermeld dan officieel vermeld op de digitale kaart van Urbis) kan worden verklaard door het kleine aantal gebouwen (hoofdzakelijk het station), maar ook en vooral door het grote aantal handelszaken dat in de ruimten onder de sporen is ondergebracht. Die profiteren er van de reizigersstroom en de residentiële dichtheid van de omliggende gebieden.
Buiten het uitgebreide stadscentrum komen de wijken waar het aandeel van de handelszaken op de benedenverdieping meer dan 20% bedraagt, overeen met winkelparken of -centra in semi-industriële gebieden (Industrie Birmingham en Industrie Noord) of met een wijk (Vogelenzang-Erasmus) waar onder meer een hypermarkt en bijbehorende winkelgalerij en grootschalige handelszaken in huishoudelijke artikelen gevestigd zijn.
De eerste kroon van wijken rond het stadscentrum blijft gekenmerkt door percentages van meer dan 10%. Die wijken combineren de woonfunctie met de commerciële functie, geconcentreerd in commerciële centra (Historisch Molenbeek, Hallepoort, het Sint-Joost Centrum of de Haachtse Steenweg, om er maar enkele te noemen). Historisch gezien was de locatie van winkels in deze wijken verspreid, wat het voortbestaan van relatief hoge percentages in de eerste kroon van wijken verklaart.
In de tweede kroon komen de wijken met percentages van meer dan 10% overeen met hetzij de aanwezigheid van belangrijke commerciële centra (Oud Laken Oost, Jette Centrum, Anderlecht-Centrum-Wayez, Globe, Fort Jaco, Universiteitswijk, Tervurense Poort, Helmet), hetzij de aanwezigheid van een commercieel centrum (Moortebeek-Peterbos) of een perifeer handelspark (Industrie NAVO). Waarden tussen 5 en 10% kenmerken woonwijken die dichter bebouwd zijn dan andere gebieden in de tweede ring. De handel is er geconcentreerd rond de oude dorpskernen (bv. Stokkel, Mutsaard of het Sint-Agatha-Berchem Centrum) of langs oude invalswegen (Waversteenweg-Sint-Juliaan of Sint-Denijs-Neerstalle). Historisch gezien is er buiten de kerngebieden weinig detailhandel ontwikkeld, wat de lage waarden verklaart.
Opmerking
Relevantie van de gebruikte analyseschaal: de concentratie van handelszaken (commerciële knooppunten genoemd) kan over verschillende wijken verdeeld zijn. Bijgevolg kan de indicator variëren naargelang van de verdeling van de wijken (het zogenaamde 'grenseffect').
Telling van de actieve handelszaken: het aantal actieve handelszaken is gebaseerd op een jaarlijkse analyse. De teller houdt geen rekening met het belang van elk van deze handelszaken (bijvoorbeeld de ingenomen oppervlakte of het economische 'gewicht' van de handelszaak).
Benadering van het aantal benedenverdiepingen: het aantal adrespunten is de benadering van het aantal benedenverdiepingen, gebaseerd op de beschikbare gegevensbronnen. Om twee redenen werd de voorkeur gegeven aan de adrespunten boven het aantal gebouwen. Enerzijds staan de gebouwen niet noodzakelijkerwijs aan de straatkant. Anderzijds hebben sommige grote gebouwen meerdere adrespunten, die overeenkomen met meerdere ingangen.
Combinatie van twee verschillende gegevensbronnen: door de combinatie van twee verschillende gegevensbronnen kan het percentage soms hoger zijn dan 100%. Aan één adres kunnen immers meerdere handelszaken gekoppeld zijn. Het belang van een winkelcentrum in een wijk verklaart deze specifieke gevallen (cf. de winkelgalerij van het Zuidstation). Daarom kwantificeert de indicator de perceptie van de inplanting van de commerciële functie in een buurt en is hij geen kwantificering van het commerciële aanbod als zodanig. Bijgevolg is de indicator relevant voor de vergelijking van de evolutie in de tijd of tussen wijken. Hij is minder relevant om commentaar te geven over een absolute waarde.
De definitie van de cursief gedrukte woorden vindt u in het glossarium van de website.